maandag 29 oktober 2007

Hoogtevrees


Kent u die prikkelende gedachte als je op een bergpas rijdt? Dat had ik in de Pyreneeën, vorige zomer. De weg was zo smal dat ik bij elke bocht duimde dat er geen breed-assige tegenligger aan zou komen scheuren. Ik reed in een klasse-A huurauto. Het smalste model dat voorradig was. Meestal staat er geen vangrail. Soms een paar stenen, waar zelfs een klasse-a autootje overheen zou kieperen. Ik zeg het maar meteen: van kinds af aan heb ik hoogtevrees. Als ik op torens omlaag kijk –wat ik liever niet toe, maar ja: wat moet je er dan doen?- gaat er iets draaien onderin mijn buik. Een gevoel dat ik met niets anders kan vergelijken.
Een nicht van mij is vorig jaar van een dijk gereden. Zomaar vanzelf. Ze vergat te sturen. Een jong boompje remde haar vaart. Daardoor stapte ze ongedeerd uit de auto. Er was een minuut voorbijgegaan, zonder dat ze het wist. Dat was op Tholen. In de Pyreneeën overleef je zoiets niet. Ik begon er over te fantaseren. Wat zou er gebeuren als ik nu niet bijstuur? Als ik nu niet handel en de dingen op zijn beloop laat? Mijn voorspelbare leven zou een genadeloze wending krijgen. Door een bewuste nalatigheid. Niet door roekeloos gas te geven of te veel wijn te drinken. Of allebei. Enkel door iets niet te doen.
Wetenschapsfilosofen noemen dat een ‘ negatieve oorzaak’ . Mijn planten gaan dood doordat ik ze geen water geef. Ik rijd in de afgrond doordat mijn remmen weigeren. We kunnen ook leukere voorbeelden verzinnen. Maar het idee is duidelijk: alles wat een verschil maakt, wordt een oorzaak genoemd.
Beetje onzin, vinden andere filosofen op hun beurt. Oorzaken hebben te maken met een fysieke verbinding. Een aantoonbaar verband tussen een gebeurtenis, die we als oorzaak bestempelen, en zijn gevolg. Anders kunnen we overal wel oorzaken inzien. Dat ik niet rechtdoor rijdt, maakt dat ik niet naar beneden stort. Dat ik niet een steen gooi, maakt dat ik geen ruit breek. Enzovoorts. Laten we alsjeblieft niet alles een oorzaak gaan noemen.

Het hele debat lijkt haarkloverij. Voer voor wetenschapsfilosofen. Totdat gevraagd wordt om een oordeel te vormen over iemands handelen. Dan is dat geneuzel over oorzaken, plotseling heel actueel. ‘ Negatieve verantwoordelijkheid’ , wordt dat genoemd binnen de ethiek. Kun je het iemand aanrekenen dat hij niet bijstuurt en bij vol bewustzijn de afgrond in kiepert? Intuïtief zult u ja knikken. Kun je het een gezinsvoogd aanrekenen dat ze niet heeft gehandeld? Is zij de oorzaak van de dood van Savanna? Nalatigheid wordt dat genoemd. En dat kunnen we iemand verwijten. Zoals die moeder die haar baby in de auto liet.
Ook voor wat we niet-doen zijn we aanspreekbaar. De afgrond is nu eenmaal diep en de weg vraagt stuurkunst.
Sinds Al-Gore het heeft gezegd, weten we het. Het is beter om geen auto te huren en niet naar de Pyreneeën te vliegen. Wat mij betreft hoeft die zeespiegel niet te stijgen, maar blijkbaar heb ik iets niet gedaan waardoor het wel gebeurt. En nu moet ik iets niet-doen, om erger te voorkomen. Wat heb ik nog meer fout gedaan, zonder het te weten? Ik krijg hoogtevrees als ik eraan denk.