maandag 7 mei 2007

Zelf-hypnose (Sjaak)

Als 12 -jarige las ik de KIJK. Een maandblad vol bijzondere uitvindingen, opengewerkte tekeningen- zoals van een Apollo-raket- en kleurrijke verhalen uit de geschiedenis. Die maand stond er een artikel in over zelf-hypnose. Voor het slapengaan, probeerde ik het uit. Ik stelde me voor dat mijn rechterbeen lichter werd. En warempel, het lukte. Geheel volgens de aanwijzingen van het artikel, maakte ik mijn andere been loodzwaar. En ook dat werkte. Mijn rechterbeen voelde alsof het naar de maan zweefde, terwijl mijn linkerkant naar het diepste van de aarde zakte. Als toevoeging maakte ik mijn benen afwisselend warm en koud. Volgens de KIJK, vergde dit enige oefening, maar mij ging het gemakkelijk af. Toen schrok ik. Hield ik mezelf voor de gek? Veranderde er door mijn gedachten werkelijk iets in mijn lichaam? Of beeldde ik me iets in, dat er in werkelijkheid niet was?
Ik heb het nooit meer gedaan. Misschien omdat ik wist dat ik een levendige verbeelding heb. Fantaseren kost me geen enkele moeite. Dat deed ik ook altijd voor het slapengaan. Ik won veldslagen, redde gewonde dieren en zette andere zaken op orde. Daarbij wist ik natuurlijk: dit is fantasie.
Met andere dingen ligt dat niet zo eenvoudig. De zwaartekracht bijvoorbeeld. Tegenwoordig is er geen mens meer die daar aan twijfelt. Echter niet in de zeventiende eeuw. Toen Newton er over begon, vond men het een occult idee. Het deed denken aan tovenarij. Krachten kun je immers niet zien. Enkel het effect van een kracht is te ervaren. Wie zegt me dat er werkelijk zoiets bestaat, vroeg men zich toen af. De dingen vallen toch gewoon omlaag, omdat dit hun ingebakken natuur is?

Waarheid is wat werkt, beweerde de filosoof William James (1842-1910) Met een aantal andere Amerikaanse filosofen stond hij aan de basis van het pragmatisme. Deze filosofen pretenderen niet de uiteindelijke waarheid te onthullen. Wat Newton deed was een verklaring geven van een aantal verschijnselen. Een betere verklaring dan alle voorafgaande. Meer niet.
James sloot niet uit dat er andere verklaringen komen, die nog beter werken. Wat waar is verschilt volgens pragmatisten per tijdsvak. Hij kreeg gelijk. Einstein wees op situaties waarbij de theorie van Newton tekortschiet en bedacht daarvoor een verklaring.

Waar eindigt dit? Wanneer is de enige echte waarheid onthult? Wanneer heeft de wetenschap de aard van de werkelijkheid definitief te pakken? Nooit, volgens de pragmatisten. Werkelijkheid is in zekere zin een vorm van zelf-hypnose. Of beter gezegd: wat wij beschouwen als werkelijkheid en fantasie is deel van de huidige opvattingen binnen onze cultuur. Met elkaar trekken we de grens tussen realiteit en fantasie.

Tenslotte een voorbeeld. Wie had ooit gehoord van ME, RSI, bekkeninstabiliteit of postnatale depressies? Modeziektes, volgens de gynaecoloog Cees Renckens. Hij promoveerde op dit onderwerp. Mensen beelden zich in dat ze een ziekte hebben, omdat daarover gesproken wordt. En omdat ziek-zijn loont. Je krijgt aandacht en zo. Het laatste woord is daar nog niet over gesproken. Pas op voor wie beweert dat hij de echte waarheid in pacht heeft, waarschuwde William James, een eeuw geleden. Er kan altijd een moderne Newton opstaan.